04:50 zie ik op mijn wekker.
Naja, eerlijk gezegd op mijn horloge. Zonder mijn lenzen kan ik mijn wekker op het nachtkastje niet lezen vanuit mijn bed.
Toch besluit ik om mijn wekker maar uit te zetten en mijn bed uit te komen.
Waaaaat, zo vroeg hoor ik je denken.
Wie is er nou zo gek om zo vroeg op te staan.
Ik dus.
Omdat ik mijn training moet (OK, wil) doen voordat ons zoontje straks wakker wordt.
En dat gaat waarschijnlijk ergens tussen 06:15 en 06:45 wel gebeuren.
Als ik een uurtje wil trainen en rond 06:15 klaar wil zijn dan zal ik uiterlijk 05:15 moeten starten.
Met aankleden en klaarmaken erbij betekent dat dus iets voor 05:00 de wekker.
Veel verklaren me voor gek. Iedereen vraagt zich af waar ik de motivatie vandaan haal om zo vroeg mijn bed uit te komen.
Het antwoord: Ik heb er de motivatie ook niet voor.
Hoe ik het dan toch voor elkaar krijg om dit bijna elke dag van de week te doen?
Discipline.
Wat heb je nodig voor motivatie?
Motivatie. Volgens het Van Dale woordenboek betekent dat: “beweegreden, drijfveer”.
Motivatie is een beweegreden om iets te gaan doen. Vaak om te voorzien in een een behoefte die je hebt of om een doel te halen.
Deze motivatie verloopt voor iedereen in een soort gelijk proces met verschillende stappen.
Een triathlon gerelateerd voorbeeldje:
Ik heb als doel een triathlon te doen. Uit die behoefte komt de wens of noodzaak naar voren om te gaan trainen. Uit ervaring weet ik dat ik zonder trainen die finish niet haal, of zeker niet binnen mijn gestelde doeltijd.
Ik heb dus het vertrouwen dat het trainen mij dichterbij mijn doel brengt. Ik weet dat mijn trainingen effectief zijn en me dichter bij mijn doel gaan brengen en dat geeft mij de prikkel om van de bank af, of uit bed te komen; ik ga het doen.
Als ik na mijn training op de bank zit en terugkijk op mijn training, dan beoordeel ik het effect: ja, ik voel me lekker en het geeft me een goed gevoel te weten dat ik aan het bouwen ben richting mijn doel.
De volgende keer ben ik nog gemotiveerder om te gaan trainen omdat ik weet dat het effect positief is en bijdraagt aan mijn doel.
Het nadeel van dit proces voor motivatie is dat je elke dag de behoefte om te gaan trainen moet voelen. En daarnaast ook nog eens een prikkel moet hebben om te gaan trainen.
Natuurlijk wil ik graag zeggen dat ik elke dag uitkijk naar mijn trainingen.
En dat ik constant gefocust ben op die triathlon ergens later in het jaar.
De werkelijkheid ligt wat anders.
Zeker als om 04:50 de wekker gaat.
De werkelijkheid van dat moment is dat het nog donker is buiten.
Het een stuk kouder is dan in mijn warme bed.
Ik gisterenavond toch iets te laat naar bed ben gegaan en nog wel een uurtje langer slaap kan gebruiken.
Die triathlon is op dat moment echt niet waar ik aan denk. En ik voel ook zeker niet de behoefte om te gaan trainen.
De grootste behoefte die ik voel is om nog even te blijven liggen. Niemand die er wat van vindt.
En die training kan ik toch ook gewoon vanavond doen. Maar na een dag werken ben ik ook niet vaak gemotiveerd om te gaan trainen.
Dus sta ik 10 minuten na mijn wekker toch gewoon met mijn hardloopschoenen aan buiten in de kou, of zit ik klaar op mijn Tacx om aan mijn training te beginnen.
Afspraken met mezelf
Je begrijpt nu wel dat ik niet genoeg gemotiveerd ben om elke dag vol enthousiasme mijn bed uit te springen om te trainen voor mijn doel.
Wat me helpt om dat toch voor elkaar te krijgen is discipline.
Ik maak de afspraak met mezelf om elke dag om 5 uur te beginnen met trainen.
Door dat elke dag te doen wordt het een gewoonte.
Ik ben wel gedisciplineerd om mijn eigen afspraken na te komen. En om mijn (goede) gewoontes vast te houden.
Door deze discipline kan ik mezelf toch elke dag mijn bed uit krijgen.
Dat zonder dat ik enige motivatie hoef te voelen.
Het is onderdeel van mijn dagelijks ritme geworden.
Vroeg op staan en gaan trainen is voor mij net zo normaal geworden als ontbijten, douchen, naar kantoor gaan en andere dagelijkse routines.
Het grote voordeel voor mij is dat ik helemaal geen zin hoef te hebben om te trainen.
Het hoort nou eenmaal bij mijn dagelijks leven en daardoor is de drempel om het te doen veel lager.
Natuurlijk zijn er ook dagen dat ik mijn eigen afspraken niet na kom en toch blijf liggen.
Maar die zijn er een stuk minder dan wanneer ik op basis van motivatie moet gaan trainen.
Discipline boven motivatie
In de Van Dale staat bij discipline: “regime van strenge gedragsregels”
Nou wil ik niet zo ver gaan om te zeggen dat ik mezelf een streng regime op leg wat betreft trainen.
Maar die gedragsregels komen wel overeen met de routine die trainen voor mij is geworden.
Door die routine gedisciplineerd te blijven volgen bouw ik voor mijzelf consistentie in mijn trainingen in.
Zonder dat ik na hoef te denken waar ik het ook al weer voor doe.
En of ik er op dat moment eigenlijk wel zin in heb.
Want wel, of geen zin. Sommige dingen moeten gewoon gebeuren.